Als je niets weet van de Jupiter geschiedenis van Roland, zou je onmiddellijk de Jupiter-50 appreciëren als het kolossale, diepe en ongelooflijk nuttige instrument dat het is. Als je zijn Jupiteriaanse geschiedenis, dan vergelijk je het misschien met zijn analoge voorgangers, of nog waarschijnlijker, met zijn meest recente oudere broer, de Jupiter-80 . Net als de 80, biedt het een drie-lagige virtueel analoge synth, een volledig clonewheel orgel, en een hele reeks van de beste keyboard en akoestische instrumenten sounds van Roland. Ook net als bij de 80, is het geen sequencing workstation; maar in plaats daarvan focust het op je de mogelijkheid te geven om al die sounds on the fly te splitten en layeren. Maar het belangrijkste is dat het dat allemaal doet voor een prijs die vele werkende musici aanvaardbaar zullen vinden. Alle vergelijkingen terzijde, staat het toestel op zichzelf als een doe-het-al gig powerhouse.
> Bekijk hier de beste aanbiedingen voor deze synth >>
In dit artikel:
Sound Organisatie
De Roland Jupiter 50 zit altijd in een hyper geladen “combi” modus, die je in staat stelt extreem dynamische soundscapes met 1 druk op de knop op te roepen. Als je niet bekend bent met hoe de nieuwe Jupiters “denken”, zijn de twee modellen vergelijkbaar genoeg dat onze review van de Jupiter-80 verplichte lectuur is.
Het hoogste niveau van organisatie in de Jupiter 50 is de Registratie, die de volledige status van het instrument opslaat. Daarna heb je delen, die overeenkomen met drie instelbare keyboard zones: Percussie/Lower, Upper, en Solo. Enkelvoudige sound programma’s die deze delen kunnen bezetten worden Tones genoemd, maar wacht – er is meer.
Als de Percussie/Lower en Solo delen enkele-Tone gevallen zijn, kan het Upper deel tot vier Tones groeperen in wat een Live Set genoemd wordt. Live Sets kunnen opgeslagen worden als hun eigen objecten (wat je viervoudige templates geeft voor het opbouwen van Registraties) en hebben hun eigen split en layer instellingen voor de vier Tones. Druk op één van de Split knoppen (er zijn er twee), en je zal enkel spelen uit het Lower en Solo deel, en niets uit het Upper deel.
Dus denk aan het Upper deel als je voornaamste bron van gelayerde sounds, en de Percussion/Lower en Solo delen als wat je binnenbrengt hoog en laag, respectievelijk. Het Lower deel van de Jupiter-80 was daar apart van het Percussion deel, en kon ook een viervoudige Live Set bevatten. Anders dan het gebrek aan touch screen is dat is dit één van de grootste beperkingen ten opzichte van de 80: één Live Set minder, dus zes-Tone multitimbrale mogelijkheden in plaats van tien.
Tour van het Paneel
De Roland Jupiter 50 spreekt de grafische artiest in mij aan: Het is een bewust contrast van zwart metaal besprenkeld met harde Halloween snoepjes, aan de uiteinden bedekt met zilverkleurige plastic trapezia. Rolands steeds aanwezige D-Beam, twee toewijsbare draaiknoppen die standaard zijn ingesteld op filter cutoff en resonantie, twee toewijsbare knoppen (die vaak het articuleren van akoestische instrument sounds verandert), en sliders om de drie delen te mixen zijn allemaal binnen handbereik.
Op een instrument dat gericht is op pro’s die optreden, vind ik het niet meer dan normaal dat je nog wat meer controls verwacht. Zo geeft bijvoorbeeld Yamaha’s kleine MX je 12 mogelijke tweaks met zijn vier draaiknoppen maal drie rijen functies. De Jupiter-50 heeft een “Tone Blender”, die een macro is die verschillende parameters tegelijk wijzigt. Je kan voor elke parameter begin en bestemmingswaarden instellen (wat je toelaat een grote cutoff sweep te maken, maar met een beetje meer resonantie), en de Resonantie draaiknop zorgt dan voor de sweep.
Onder de draaiknoppen vind je de triggers voor de arpeggiator, en ook de transpose/octaaf shift knoppen. De arpeggiator is erg vergelijkbaar met die van de Jupiter 80: het heeft “gespeelde” zinnen die passen bij verschillende Tones, en up-down retro synth fare. Je kan er ook 16 van je eigen arpeggio’s in opslaan.
Om af te ronden over de top van het paneel is er nog een song recorder die alles opneemt wat je doet op de Jupiter 50 als stereo audio file naar een USB stick, of om audio te gebruiken als backing. Omwille van de zes-delen mogelijkheid van de Jupiter 50 (tegenover de 16 die je meestal hebt) werkt hij niet met multitimbrale playback van standaard MIDI bestanden.
Anders dan bij het touchscreen van de Jupiter 80, zal de monochrome 240×64 display je niet toelaten snel live aanpassingen te doen aan het drawbar orgel of de virtueel analoge synth, maar ik vond wel dat in-de-studio aanpassingen en bewerken erg makkelijk gingen.
Als je de D-Beam gebruikt – die het volume doet aanzwellen, dive-bombs pitcht of kan toegewezen aan een bestemming van je keuze – dan maakt de plaatsing links bovenaan het moeilijk om een tweede keyboard boven de Jupiter te zetten op een tweedelige stand. Maar met de layering en splitting mogelijkheden van de Jupiter is het misschien alles wat je nodig hebt voor een gig, al zal dat afhangen van hoe gehecht je bent aan je andere keyboards.
De Registratie sectie is verplaatst linksonder op het paneel van zijn pijporgel-achtige plaats onder de toetsen van de Jupiter 80. Een Manual knop is nuttig voor het door de basis patches gaan, en om een soort van niet-combi modus te forceren. Dat is een verbetering ten opzichte van de Jupiter-80, waar de altijd-multitimbrale aanpak vele keyboard spelers deed denken “Hoe kan ik gewoon maar piano spelen? Of Clav?”. Een antwoord was dat je een Live Set maakte die je enkele Tone van voorkeur bevatte en ervoor zorgde dat de andere slots afstonden. Hoewel dit vrij snel ging als je eenmaal wist hoe het moest, kan je hier gewoon de Manual knop indrukken en door de sounds gaan met de categorie knoppen. Klik op één van deze een tweede keer en je krijgt een lijst enkele Tones waardoor je kan scrollen. Vele van de categorieën verbergen meerdere sub-lijsten (gewone piano’s versus ‘80s ballad-achtige gelayerde piano’s, bijvoorbeeld), die je kan krijgen door de pijltjes naar links of rechts te gebruiken.
De Perc/Lower en Lower Tone knoppen togglen tussen drum kits en standaard sounds met stem; het Percussion/Lower deel kan het een of het ander bevatten, maar niet beiden terzelfdertijd. De nabijgelegen Split knop verdeelt het deel aan de linkerkant van het keyboard in zones.
Daarna volgen de categorie knoppen voor de Upper sectie (Piano, Bas, Strijkers, enz.). Aangezien het Upper deel de viervoudige Live Set bevat, selecteren deze knoppen standaard Live Sets in plaats van enkele Tones – wat je zou kiezen door een level dieper te gaan in een slot van je Live Set. Een “Alternate” knop zorgt voor een snelle patch wissel naar een programmeerbare sister sound, en dat is nuttig om bijvoorbeeld te wisselen tussen een vleugel, en dan terug te gaan naar je hoofdlaag. Waarom zou je zelfs niet volledig van patch wisselen? Omdat je misschien al de rest binnen je Registratie wil houden gedurende dat liedje.
De Other knop van het Upper deel heeft in het begin zeven families, waaronder de meeste van de synth pads en speciale effecten sounds. Maar ga je er een beetje door met de pijltjes, dan ontdek je dat “Other” in feite toegang heeft tot elke sound op het toestel. Een analogie zou zijn dat de categorie knoppen zijn als die tiles op een Windows 8 desktop, en de Other knop is dan als klikken op je C schijf.
De Solo sectie geeft toegang tot verschillende families van hoofdzakelijk monofone strijkers, houtblazers en koperblazer Tones, maar heeft ook een Other knop, die je zou kunnen gebruiken om elke Tone hierheen te sturen.
>> Bekijk hier de beste aanbiedingen voor deze synth >>
Sounds en Prestatie
De term “Super Natural” van Roland verwijst naar een combinatie van gesampled puur materiaal, gemodelleerde geluidsdetails, en realtime articulatie gebaseerd op hoe je vingers interageren met het keyboard en de andere prestatie controls. Net als op de Jupiter 80, verwijst Super Natural Synth naar de virtueel analoge synth (de parameters kunnen allemaal gezien en getweaked worden met de JP Synth Editor iPad app), en Super Natural Acoustic verwijst naar al de rest – zelfs Tones die technisch gesproken niet akoestisch zijn. De synth bestaat in feite uit drie “Partials”, of onafhankelijke oscillator-filter-amp signaal paden, en je kan ze alle drie stacken terwijl je maar één Tone gebruikt.
Als je de voorkeur geeft aan een joystick eerder dan aan wielen, dan zal je blij zijn met deze – hij is duurzaam en levendig. De zijden semi-gewogen 76-toetsen aanslag maakte van optreden met de Jupiter-50 een erg lonende ervaring. De toetsen hebben een pittige kwaliteit, die maakt dat het klavier op en af racen moeiteloos gaat. Expressieve performers zullen aftertouch missen, wat een gapend gat lijkt op een synth die akoestische instrumenten zo goed simuleert. Desondanks is het geluid over het algemeen net zo heerlijk als het met snoepjes bezaaide paneel doet vermoeden.
Ik apprecieerde de dedicated knoppen voor het rotary effect, die actief worden als je ergens de drawbar orgel Tone gebruikt. Ze komen van de V-Combo orgels van Roland, en je krijgt effectief individuele drawbar controle als je het niet erg vindt een beetje in het menu te duiken. In vergelijking met de dedicated clone standaarden van vandaag de dag is het rotary effect goed, maar niet geweldig. Een verbijsterende tekortkoming is het feit dat er geen vibrato/chorus effect is – iets wat je zal vinden op elk Roland clonewheel vanaf de VK-7.
Door gebruik te maken van de solo en ensemble strijkers, koper- en houtblazers, kan je enkele fantastisch goede orkest arrangementen maken. Vooral strijkers zijn altijd al een sterk punt geweest bij Roland, en hier zijn ze gewoon stratosferisch ver gevorderd. Ze zullen geen high-end sample libraries die gebruikt worden in feature films vervangen, maar de Super Natural motor maakt het heerlijk makkelijk om gewoon “keyboard te spelen” en een resultaat te krijgen dat klinkt alsof je bezig bent geweest articulaties in de juiste vorm te krijgen met een DAW.
De hoofdpiano is in essentie dezelfde Super Natural sound die voor het eerst werd gebruikt in de RD-700 NX stage piano en eerder al verscheen in de Jupiter-80 en Integra-7. Hij klinkt vol, rijk, helder als je dat wil, en helemaal als de premium piano sound dat een professioneel podium keyboard moet hebben. Vintage elektronische toetsen zoals Rhodes, Wurly en Clav laten ook niets te wensen over in termen van variatie en attitude..
De gitaar sounds maken gebruiken van de Super Natural motor om realistisch getokkel te doen overkomen, notenvolgorde in akkoorden, harmonieën en mutes weer te geven, en meer. Het vraagt oefening om een artistieke en overtuigende prestatie neer te zetten, maar het is mogelijk. Elke fysieke nuance van strijkers of blaasinstrumenten weergeven vraagt altijd meer van de performer dan van de digitale oorsprong van de sound zelf, en wat dat betreft is de Jupiter-50 geen uitzondering.
De Harmony Intelligence feature voegt noten toe aan je rechterhand lead gebaseerd op je linkerhand akkoorden. Afhankelijk van hoe je de presets gebruikt voor verschillende stijlen van muziek, kan het net zo cutting-edge klinken als iets wat je doet op een modulaire synth, of zo cheesy als een vintage Lowrey orgel. [Hey, Gotye gebruikte een oude Lowrey en hij won twee Grammys! ]
De Roland Jupiter 50 is beperkt tot 128 stemmen in polyfonie, ten opzichte van de 256 van de Jupiter-80. Dat plafond bereik je makkelijker dan verwacht als je veel met layering werkt, vooral als de analoge synth betrokken was, aangezien die motor meer lijkt te verbruiken.
JP Synth Editor App
Net zoals bij de Jupiter 80 heeft de Jupiter 50 een grote open ruimte rechts waar niets anders dan het logo staat. Wat je daarmee zou kunnen doen is je iPad er leggen, om de virtueel analoge synth te besturen (maar vandaag de dag geen andere sounds), met de gratis JP Synth Editor app. Pro’s zullen meer tastbare draai- en schuifknoppen willen, maar anders dan bij hardware, kan een app makkelijk geüpdatet worden. Wij hopen dat zo’n updates drawbar controle voor het orgel zullen toevoegen, en grafische bewerking van de Super Natural akoestische sounds, zoals in de ARX uitbreidingen van de Fantom-G van Roland.
Conclusie Roland Jupiter 50 synthesizer review
Fysiek en metaforisch gesproken lijkt de Jupiter-50 op de monoliet uit de film 2001 van Kubrick: Vol met een enorme kracht en potentieel, betekent het een evolutie. Meer specifiek, een evolutie in hoe we denken over het rangschikken en toegang krijgen tot onze sounds op een professioneel keyboard. De kwaliteit bij uitstek is dat het realistische en de speelbaarheid overheen alle sounds voorbeeldig is, zowel voor akoestische als synthetische. Als je zoekt naar een “hoofd keyboard” voor je opstelling, en geen workstation nodig hebt, dan verdient de Jupiter 50 een plaatsje op je lijst met instrumenten op te proberen.
PROS
Schijnbaar bodemloze bron aan sounds. Rijke, multi-way splitting en layering. Voor optredens een goed gewicht voor een instrument met 76 toetsen. Volledig drawbar orgel en virtueel analoge synth engines. Orkestraal realisme wordt nergens nagedaan in een keyboard bestemd voor optreden.
CONS
Het layering potentieel kan de 128-stemmige polyfonie overklassen. Klein scherm en weinig fysieke controls, is niet ideaal voor het besturen van een drawbar orgel en synth sounds. Geen aftertouch.
Bottom Line
Ongewone klasse overheen alle sound categorieën en een verse kijk op splitting en layering maken hiervan een aantrekkelijk instrument voor pro’s – en aan een redelijke prijs.
>> Bekijk hier de beste aanbiedingen voor deze synth >>
Lees ook:
- Dé beste synthesizer kopen? Dit is zijn onze #1 topkeuzes
- Beste elektronisch keyboard? Dit is onze #1 van dit moment
- Alle synthesizer reviews